Frankrijk

Woensdag 6 april 2011, Ecuisses
Het is al weer woensdag 6 april, We zijn vanaf de parkeerplaats in Königsmacker, in Frankrijk, doorgereden tot aan Ecuisses. Dat ligt een aardig stuk onder Dyon voorbij Beaune. Vooral het laatste deel van de route was erg mooi, langs een smal kanaal met om de 200 meter een sluisje. De camperplek ligt ook vlak aan dit kanaaltje, met er tussen nog een meertje. Voor de middaglunch hebben we de wagen onderweg op een akker geparkeerd, waar we uitgebreid de tafel en stoelen hebben uitgepakt om even enorm van het mooie weer te genieten. We rijden geen peage-wegen, maar zoveel mogelijk route national, of nog kleiner. Af en toe gaat het behoorlijk berg op en af. En vooral berg op zijn we niet de snelste. Soms zelfs in z'n 2 met 30km/h.

  Lunch in een weiland

Donderdag 7 april 2011, Beaune
We zijn precies een week onderweg. We hebben de motor gepakt en zijn langs het kanaal terug gereden naar Beaune. Onderweg hebben we nog drie keer over een behoorlijke vrachtboot in de sluisjes gezien. De boten passen er qua lengte en breedte precies in, je moet er geen vinger tussen houden. Mooi om te zien. Twee van de boten waren nog Nederlanders ook, één uit Friesland en één uit Den Bosch. Beaune is een mooi oud plaatsje omringd door een stadsmuur. Hoogtepunt hier is hotel Dieu, vooral bekend om zijn prachtig gekleurde dak. Het is een oude hospice, nu als museum opengesteld. de entree van 6,50 pp vonden we nogal fors, en omdat we niet zulke museummensen zijn, hebben we het maar overgeslagen, en alleen de buitenkant bewonderd. We hoorden later van ma Q dat de binnenzijde zeer de moeite waard was. Alles is nog zoals het 200 jaar geleden was. Dat doen we dan over twintig jaar wel een keer. Is het nog ouder.


Brede schepen in smalle kanalen

Hotel Dieu in Beaune

We proberen al een tijdje een dongel te kopen hier in Frankrijk, zodat we overal op internet kunnen. Het blijkt hier alleen vrij prijzig te zijn. In Duitsland koop je zo'n ding met tegoed voor zo'n 20,- euro bij de Aldi. Hier kosten ze 70,- euro met een zeer beperkt tegoed. En los tegoed bijkopen is ook al een prijzige zaak. Dan zoeken we wel een McDonalds op, waar internettoegang gratis is. Voordat we voor 70,- euro aan big-macs ophebben zijn we Frankrijk wel weer uit. 

Vrijdag 8 april 2011, kelder vol water
Zo, vanochtend hadden we de kelder vol water staan. Zit er ook nog een kelder in die kar? Jazeker. En er ligt nog wijn in ook. Maar nu dus ook water, en water bij de wijn is niet goed. Het blijkt dat de afdichtringen die om het deksel van de schoonmaakgaten van de watertanks zitten water doorlaten. Dit zijn schuimrubberachtige ringen met een open cel structuur, dus laten op den duur water door. Normaal zit zo'n gat op het hoogste punt en is er dan niets aan de hand, maar dat kwam bij ons niet zo uit. Alle water laten weglopen. Gaatje geboord in de bodem v/d kelder, zodat het lekwater weg kon, en de schuimrubber ringen vervangen door een kneedbare niet uithardende gummi-afdichting die Mariska toevallig meegenomen had. (wie weet wat die nog meer uit de keukenkastjes tovert deze reis) Het zit nu goed dicht. Hopen dat het zo blijft.

Omdat we even geen water meer hadden om door te spoelen raakte na een grote boodschap van de chauffeur ook het toilet nog verstopt. Dit resulteerde dus in een wandeling buitenaf om een beetje wild te plassen en een stukje ijzerdraad te zoeken om het toilet weer los te purken. Ook dit lukte. Een franse boer moet nu op een andere manier zijn hek dicht doen, maar wij hebben na wat geprik in donkere wateren het toilet weer gangbaar.

De dag was nu wel weer zo goed als om, dus alleen nog een wasje gedaan en wat gerelaxed.

Zaterdag 9 april 2011, op weg naar Grignan
We hebben het boeltje weer opgepakt en zijn vanaf Ecuisses verder zuidwaarts gereden naar Grignan. Een mooie route langs de Rôhne. O.a. een aantal grote kerncentrales gezien. Doet ons denken aan de ramp in Japan. Door geen internet, geen televisie-ontvangst en het niet snappen van de wereldontvanger zijn we nu een week verstoken van nieuws. Op zich missen we dit niet echt, maar we zijn toch wel benieuwd naar de situatie in Japan en Libië. Het Franse gebrabbel op de autoradio worden we ook niet wijzer van. 

In Grignan wisten we een gratis plekje bij een truffelboer. Deze stond in de Bordatlas, een soort bijbel met goedkope overnachtingsplekjes voor camperaars. Hij stond er wel in, maar er stond geen adres bij en geen gps-coördinaten. Lekker handig dan. Maar gevraagd bij een hotel en de man wist het duidelijk uit te leggen waar het was. La premiere rue a gauche, et la premiere rue a gauche et a gauche a une grande propriéte du vin of zoiets. Drie keer links? Dan ben je bij ons thuis al weer gauw op de plek waar je was. Het bleek dat de 3e keer links een lang slingerweggetje de berg op was, waar tegenverkeer geen kans zou hebben. Gelukkig kwam er geen tegenverkeer en we eindigden bij een erg mooie 18e eeuwse boerderij van natuursteen met grote landerijen eromheen met eikengaarden voor de truffelkwekerij. We meldden ons netjes bij de eigenaar en maakten kennis met bejaarde truffelzoeker op vier poten. Nee, op Mariska's vraag of er niet gezocht werd met varkens antwoordde de man dat dit alleen voor de foto werd gedaan, maar dat er al eeuwen lang met honden wordt gezocht. Niet alles wat in de Donald Duck staat is dus waar.

We hebben uit goed fatsoen voor een schrikbarende prijs wat olijfolie gekocht waar ooit een truffel in heeft gelegen. Het smaakt lekker op een stokbroodje met wat zout. Deze plek is zo mooi, en de olijfolie zo duur dat we besloten hier drie nachten te blijven staan.

Er stond nog een Franse camper op het parkeerterreintje. Als we terugkomen van een wandelingetje door de omgeving komt de man uit de camper naar ons toe en vraagt of we een kurkentrekker voor hem hebben. We kijken elkaar aan: "Een Fransman zonder kurkentrekker???" Die moet zich behoorlijk gehandicapt hebben gevoeld. Nu hebben wij zo'n sophisticated kurkentrekker dat de man moeilijk naar onze uitleg zat te kijken. Jan is maar even meegelopen en heeft de fles voor de man geopend, onder grote ogen van hem en zijn vrouw. "C'est formidable!"

Ja ja, het ziet er ingewikkeld uit maar werkt perfect. Jullie Fransen houden je maar vast aan tradities maar wij lopen al lang niet meer op klompen.

's Avonds kwaakten de kikkers een lieve lust in het kleine vijvertje bij de boerderij. Een mooi concert om bij in slaap te vallen.

Van dat slapen kwam echter niet veel. Het waait hier op de berg zo enorm hard dat de hele wagen heen en weer schudt. De wind joelt er omheen. Het blijkt dat deze tijd van het jaar de mistral zich via het nauwe Rôhnedal samenpakt en met snelheden tot 100 km/h over de Haute-Provence waait.

Zondag 10 april 2011, rustig-aan-doe-dag
Vandaag dus maar eens rustig aan gedaan. Koffie drinken in bed, laat ontbijten. Met de motor even naar het dorpje Grignan gereden. Een mooi middeleeuws dorpje met een grote basiliek op de top van de heuvel. Mooie smalle steegjes vol met bloemen. Natuurstenen straatwerk en huizen. Omdat het klein was hadden we het nog wel een keer gezien. We vonden dat het tijd was dat onze Garmin ons maar weer eens moest verassen. We zochten naar de dichtsbijzijnde bezienswaardigheid en hij gaf een Ponte Romaine aan op zo'n 25km afstand. Nou, een Romeinse brug, dat lijkt ons wel wat. Via mooie slingerweggetjes kwamen we aan in Vaison la Romaine. de brug zelf was wel mooi, maar stelde niet zo heel veel voor. Het dorpje zelf was wel heel erg mooi. Je waant je er zo terug in de middeleeuwen. Precies zoals in een film, kleine tegen elkaar gepakte natuurstenen huisjes, burcht bovenop, muur er omheen,  rivier er langs. En overal mooi gekleurde bloemen. Langs de rivier waren poeltjes rustig water waar honderden kikkers luidruchtig zaten te kwaken. Zo luidruchtig dat je ze overal in het dorp kon horen. 's Avonds was er weer een flinke wind. Inmiddels hadden we Duitse buren erbij gekregen. Helmuth vond al die wind maar niks en zijn vrouw had bij de truffelboer op zijn minst wel een restaurant verwacht. Nu moest ze ook nog zelf koken...


Ooit onderdeel van een woning, Vaison la Romaine

Dé Romeinse brug in Vaison la Romaine

Maandag 11 april 2011, Gorges de l'Ardeche
 Toen we dus 's morgens wakker werden waren Helmuth en zijn vrouw al weer verdwenen. Wij hebben behoorlijk bijtijds de motor gepakt en hebben een fantastische route langs de Ardeche gereden. Zomers is het hier verschrikkelijk druk en is de voertaal Nederlands, maar nu valt het hard mee. Het was behoorlijk warm, en in de kloof hadden we niet veel last van de alsmaar aanhoudende harde wind. Deze blies er mooi overheen. Helaas is wel onderweg ergens onze waterfles van de motor gestuiterd, dus we waren blij met de sappige vliegjes die de helm invlogen. De terugweg naar de camper was wat minder fraai, omdat we nog steeds geen vriendjes met de navigatie zijn. Zitten we in de vrachtwagen, dan leidt hij ons door fietstunneltjes, zitten we op de motor, dan stuurt hij ons telkens de snelweg op.


Gorges de l'Ardeche

Pont d'Arc

Dinsdag 12 april 2011, op weg naar de Luberon
We vertrekken vanaf ons mooie plekje nabij Grignan richting de Luberon. We willen in de Luberon de okergroeves bekijken en een uitstapje op de motor maken naar de Gorges du Verdon.  De geplande plek daar ligt hemelsbreed op zo'n 120km vanaf Grignan, maar we rijden er bijna de hele dag over vanwege de kleine kronkelweggetjes door de heuvels. En dan is zo'n Daf toch wel breed. Soms maar 1 baans wegen met aan beide zijden dikke platanen. We rijden door een erg mooie omgeving. De camperplaats in Villeneuve is klein maar ligt mooi rustig aan de rand van het dorpje. En het is natuurlijk weer gratis, inclusief water en afvoeren van vuilwater en toiletinhoud.

Woensdag 13 april 2011, Okergroeve in de Luberon
We zijn de volgende ochtend ons een beetje aan het voorbereiden voor een motortochtje richting de okergroeves, als onze nachbarn uit Oostenrijk zich bij ons meldt met de vraag of we een krik hebben die onder zijn Hymer past. Zijn krik is volgens hem "Spielzeug", en dat klopt ook. Het krik-uitlenen werd dus een bandje verwisselen. Nadat Jan net klaar was met wisselen, kwam de Franse ANWB de camperplaats oprijden. De Oostenrijker had deze al gebeld voordat hij ons vroeg. Hij was er immers toch tegen verzekerd. Nou ja, dan had Jan beter even kunnen wachten met helpen. Vervolgens had de Oostenrijker de Franse garage aan de lijn om even te overleggen of de monteur in ieder geval de lekke band even meeneemt en repareert. De Oostenrijker praatte alleen Duits met een behoorlijk accent dat niet zou  mistaan in een Tiroler heimatfilm, en de Franse monteur kon natuurlijk alleen Frans. Degene van de garage die hij aan de lijn had kon een petit peu Anglais. Dus kon Jan plat Tirools vertalen in steenkolen engels om in zeer gebrekkig Frans weer uit te leggen aan de monteur ter plaatse wat de bedoeling was. Maar dat is gelukt. Heidi und Peter konden mooi achter de truck de panneage aanrijden om de band daar te laten repareren.

Die Heidi und Peter bleken overigens hele aardige lui die met hun Hymer ook al heel Europa en Marokko hebben rondgecrossed. Ze kwamen nu net terug van een maand of drie overwinteren in Spanje, en gingen voor veertien dagen even naar huis, om vervolgens weer verder te reizen naar Noorwegen. En dat allemaal zonder fatsoenlijke krik.

Wij waren inmiddels mooi laat op pad en reden via fraaie bergweggetjes naar de okergroeves bij Rustrel. Hier werd vroeger grond afgegraven en oker gewonnen om als kleurstof in o.a. verf te dienen. Sinds 1930 staan de groeves onder bescherming en door verdere erosie is een grillig zandsteenlandschap ontstaan met mooie kleuren, variërend van licht geel tot diep donkerrood.


Colorado de Rustrel

We hebben er een aantal uurtjes in rondgewandeld. Omdat we weer eens te beroerd waren om 2,- euro parkeergeld te betalen voor de motor, kregen we ook geen wandelkaart. Dus we liepen van het ene pad in het andere. Onze elektronische vriend Garmin zag in zijn recreatie-modus geen enkele pad, kon ons slechts de windrichtingen en de hoogte aangeven. Maakt voor ons niets uit, we hebben ons prima vermaakt.

Vervolgens zijn we doorgereden naar het dorpje Roussillon. Wederom een heel mooi middeleeuws dorpje dat tegen een heuvel is gebouwd. Hier hebben we alle straatjes zo'n beetje verkend tot we er achter kwamen dat het al flink laat was.


Okergroeve bij Roussillon

De meeste huizen in Roussillon zijn dan ook okerkleurig

En we wilden nog even 10km verder naar Gordes, ook een mooi oud bergdorpje. Dat hebben we nog vlug even gedaan. De zon begon al aardig te zakken en het werd frisser. En we moesten nog zo'n 90km terugrijden naar de camper. De route terug was supermooi om te rijden. Daar kunnen dijkweggetjes in Nederland toch echt niet tegenop. Kleine kronkelweggetjes door de bergen, met name de laatste 30km waren erg mooi. Smal, enkelbaans met haarspeldbochten en fraaie vergezichten. Het werd wel erg koud en behoorlijk verkleumd kwamen we bij de camper aan. De Oosterijkse oudjes stonden ons al op te wachten met een warme Nespresso uit hun luxe koffieapparaat en twee potjes zelfgemaakte sinaasappeljam, voor het verwisselen van de band vanmorgen. De volgende morgen kregen we ook nog adressen van ze van gratis camperplaatsen in Frankrijk en Spanje.

Het middeleeuwse dorpje Gordes,
bovenop de heuvel gelegen.

Vrijdag 15 april 2011, Gorges du Verdon
Ondanks de donkere wolken, kou en af en toe een bui, hebben we ons toch in het motorpak gehezen om de Gorges du Verdon te bekijken. Gisteren klaarde het na een buitje in de ochtend redelijk snel op en was het aardig warm, dus zo zal dat vandaag ook wel gaan... of toch niet? Het gebied staat ook wel bekend als Grand Canyon du Verdon, het is de grootste kloof in Europa. Naarmate je dichter bij het meer, Lac St. Croix, komt, wordt de kleur van de rivier Verdon dieper blauw-groen. De steile wanden zijn tussen de 250 en 700 meter hoog. Spectaculaire vergezichten,  met op een bepaald punt zelfs 11 vale gieren in de lucht. Wat zijn die vogels groot zeg. Mede door het slechte weer, lekker koud en regenachtig, was het wel heerlijk rustig op de route rond de Gorges. Veel bars, restaurants en souvenirwinkeltjes zijn ook nog gesloten. Het echte toeristenseizoen is (gelukkig) nog niet begonnen. Bij thuiskomst zijn we op een paar Zweden na, de enige op de camperplaats. Lekker rustig en daarom blijven we nog maar weer eens een nachtje. Eigenlijk mag je hier maar 48 uur staan, maar alle bordjes zijn in het Frans, laten we dat nou net niet kunnen lezen...



Gorges du Verdon

16 - 19 april 2011,  Camargue
Onderweg naar de Camargue bij een McDonalds geprobeerd te internetten met vrije Wifi. E-mail gaat, maar het uploaden van de website is niet mogelijk. Steeds een foutmelding. Balen. Een dongel is in Frankrijk vrij prijzig, 70 Euro en dat is inclusief (maar liefst) 3 uur internetten. Dan moet je pre-paid internet tegoed kopen a 6 Euro per dag (koop je voor de hele maand, dan is het per dag goedkoper, maar zo lang blijven we niet). Na onze internet-stop, vergeten de lades af te sluiten. Op plaats van bestemming was het een grote bende in de vrachtwagen. Er was een grote glazen weckfles met cruesli kapot geknapt. Yeah, cruesli everywhere... De lades hebben aardig wat te lijden gehad, de schroeven zaten los en daarop maar besloten de lade-rails aan de wand vast te kitten.

De Camargue is het deltagebied van de Rhône, wetlands met meer dan 400 verschillende vogelsoorten. Met de motor het gebied in, op zoek naar wandelmogelijkheden. Nou, die waren er weinig. Je kunt wel wat over lange, rechte dijken heen en weer lopen, maar erg mooi is dat niet. Tevens is het grootste deel van het gebied geen natuurgebied, maar gecultiveerd. Er wordt met name rijst verbouwd of zout gewonnen. Dat viel dus erg tegen. Wat dan weer wel mooi is, is dat je met je camper op het strand mag camperen. Er stonden er dan ook aardig wat. In het gebied wel heel wat flamingo's gezien, evenals zwanen, verschillende eenden- en reigersoorten. En natuurlijk heel wat kleine fladderaars. De flamingo's zaten zeer verspreid over het gehele gebied. Daar 10 en dan een stuk verderop weer een stuk of 50, etc. Ze bleven heen en weer vliegen tussen de verschillende waterplassen, onder luid "gekwork". Ook zag je veel Camargue paarden. De veulens zijn bruin, maar de volwassen dieren zijn wit. Veel paarden staan helaas onder een afdakje met zadel op de rug te wachten op toeristen. Af en toe ook wat Camargue runderen gezien. Deze zijn weer geheel zwart, met soms spectaculaire hoorns. Gefokt voor het stierenvechten. In dit gebied doet men ook aan stierenvechten, maar dan "the Camargue-way" dus op een andere manier dan in Spanje. De stier wordt niet dood gemaakt in een bloedig gevecht, maar men moet lintjes van de hoorns zien te pakken met behulp van haakjes tussen de vingers.

  

Spanje