Zuid Afrika deel 8

 


Lisa helpt altijd goed met de inspectie van de onderkant van de vrachtwagen.

DINSDAG 7 JANUARI 2014,  Jan terug in Zuid Afrika
Na een gezellige decembermaand in Nederland doorgebracht te hebben vertrekt Jan begin januari weer naar Zuid Afrika om alvast wat werk te doen aan de Daf. Mariska komt een maand later, pa wordt begin februari 70, en daar wil ze nog graag bij zijn.

De Daf krijgt groot onderhoud op het plot van Ronald en Adele. Allerlei kleine achterstallige klusjes maar vooral ook de remmen. De remblokken waren finaal weggesleten, zelfs de koppen van de klinknagels waren al weg. Jan heeft nieuwe remvoeringen uit Nederland meegenomen en laat ze in Pretoria bij een bedrijf opklinken. De remtrommels hebben behoorlijke groeven en kleine scheurtjes. Die laat hij ook uitdraaien.

Zulk werk kost in Zuid Afrika allemaal erg weinig en je kunt het al de volgende dag ophalen terwijl je het brengt zonder afspraak. Het vervangen van de remmen is nog veel en best zwaar werk. Lisa de boerbul volgt Jan op de voet. Tijdens het sleutelen ligt ze onder de Daf.

Het is handig dat Ronald alle plekken in Pretoria en omstreken kent waar Jan de benodigde spullen vandaan kan halen. En hij maakt veel tijd vrij om er met Jan langs te rijden. De cabine krijgt ook een opknapbeurt. De linker raamstijl begon te scheuren, dus daar last Jan een plaat op, en verder wordt alle roest verwijderd en met de kwast met Hammerite bijgewerkt.

 

Van Chris, die we samen met zijn vrouw Lounie ontmoetten op Naudes Neck vorig jaar, krijgen we nog reservebanden. Chris rijdt op zijn MAN dezelfde maat als ons, en hij heeft nog een paar gebruikte banden liggen, die hij zelf niet meer nodig heeft. Jan haalt deze op met het bakkie van Ronald. De banden zijn wat vreemd afgesleten, en Jan krijgt er zelfs drie mee. Kunnen we de beste uitzoeken. Jan blijft een nachtje bij Chris en Lounie slapen, en ze gaan ’s avonds nog met de boot de Vaalrivier op en eten aan boord.

Ondertussen komen ook Wil en Gerard bij Ronald aan met hun VW MAN 8.136. Al die tijd in Afrika hadden we regelmatig contact met elkaar via e-mail, en we hebben ze vorig jaar zomer thuis in Winterswijk eens opgezocht. Het is een leuk weerzien. De MAN blijkt ook aardig te hebben geleden op de slechte west Afrikaanse paden. Met name het woongedeelte zit er niet al te stevig meer op. Jan en Ronald doen zodoende ook wat klusjes aan de MAN. Wil en Gerard gaan er al vlot weer vandoor, want ze gaan met twee bevriende stellen een drieweekse rondreis maken door Zuid Afrika.


Avondje met Chris en Lounie op de Vaalrivier.

 

MAANDAG 10 FEBRUARI 2014, Mariska terug in Zuid Afrika

Als Mariska er begin februari ook is, is de Daf er ook bijna weer klaar voor om op pad te gaan. Een paar onderdelen, waaronder de vetkeerplaat van de achteras, heeft Mariska bij zich, en die moet er dus nog op.

Ondertussen doen we wat leuke uitstapjes met Ronald en Adele. Ze nemen ons mee naar een apenpark en laten ons de toeristische plekjes in en rond Pretoria zien. Onder andere het Voortrekkersmonument, en de parlementsgebouwen, waarvoor sinds kort een 13 meter hoog bronzen beeld van Mandela staat. Vanaf het dak van het Voortrekkersmonument hebben we een mooi uitzicht over de stad.

Links een schilderij van de voortrekkers voor het enrom grote voortrekkersmonument.

 

Met ons tweeën bezoeken we nog de Cullinan mijn, die zo’n kleine 20 km bij Ronald en Adele vandaan ligt. De Cullinan mijn is en diamantmijn, ooit van De Beers, maar nu in handen van een Grieks consortium van investeerders. Hier is de grootste diamant ooit gevonden, die door een Amsterdamse diamantslijper gesplitst en geslepen  is, en uiteindelijk verwerkt in de Britse kroonjuwelen. Het is de enige werkende diamantmijn ter wereld die je als toerist kunt bezoeken. De mijn is vooral bekend om zijn gekleurde diamanten, en de enige betrouwbare bron van blauwe diamanten. Onlangs is er nog een grote roze diamant gevonden, die voor ruim 20 miljoen Amerikaanse dollar geveild is.

Met een open auto krijgen we een korte rondrit over het terrein buiten. Het ziet er allemaal wat smerig en rommelig uit, maar dat hoort nu eenmaal bij mijnen. Het is geen bureauwerk. Dan krijgen we een instructievideo te zien en krijgen we laarzen, sokken, pakken en mijnwerkershelmen uitgedeeld. Ook een twee kilogram wegende noodvoorziening in geval van zuurstoftekort wordt aan de gordel gehangen. Met een grote lift worden we tussen de mijnwerkers naar een level op 763 meter onder de grond gebracht. Daar krijgen we uitleg hoe het mijnen er aan toe gaat en zien we hoe het leven van een mijnwerker eruit ziet. De gangen zijn niet erg breed en hoog, maar het is een enorm netwerk, waarin gewone Toyota Landcruisers rondrijden. Op een gegeven moment komt er een volgeladen 30 ton zware graafmachine aan. We moeten met onze groep in een nis springen om hem te laten passeren, het ding past maar amper door de gangen. Met zijn laadschop stoot hij links en rechts stukken van de rotsige wanden af.


Grote machines door kleine tunnels

 


Installatie voor het volstorten van mijnkarretjes.

Onder de grond zijn complete werkplaatsen. Ook nemen we een kijkje in een kantine van het personeel. Daar hebben ze op 763 meter onder de grond zelfs een vijver met koikarpers.

Slechts 20% van de diamanten die hier gevonden worden zijn geschikt als edelsteen. Het overige zijn industriële diamanten, o.a. voor slijpen en snijden van harde materialen. Een paar jaar geleden heeft de mijn geïnvesteerd in nieuwe technieken om reeds afgewerkt puin uit de mijn te controleren op diamanten. Die zetten ze in op de gigantische puinbergen die in de ruim honderd jaar dat de mijn bestaat zich rondom opgehoopt hebben. Dat werpt zijn vruchten af, binnen een jaar was de investering al terugverdiend, en ook de eerder genoemde roze diamant hebben ze gevonden in het puin dat ze eerder als afval beschouwd hebben.

Het was een te prijzige rondleiding, (500,- rand p.p.) maar wel de moeite waard.  Wel jammer dat we het graven en boren zelf niet te zien kregen. Dit gedeelte vindt men te gevaarlijk voor toeristen. In een volgestouwde werkerslift, zo’n 75 man, worden we weer naar het aardoppervlak gebracht. Daar worden we onder het genot van een drankje zorgvuldig naar een ruimte geleid met een flinke uitstalling van de glimmersteentjes. In de hoop dat we wat aanschaffen. Wij geven niks om die dingen, maar het is leuk om ze even te bekijken. We kunnen ons niet voorstellen dat er mensen zijn die zulke bedragen voor zulke nutteloze kleine glimmedingen uitgeven. De meesten zullen het verschil zelf niet zien tussen een echte of een van loodkristal. De duurste die hier te koop ligt kost 250.000,- USD.

 

DINSDAG 18 FEBRUARI 2014, op bezoek bij Chris en Lounie
We hebben we afgesproken om bij Chris en Lounie op bezoek te gaan in Vanderbijlspark. Dit is het stel dat we getroffen hebben op Naudes Neck, met hun mooie MAN campertruck.

Eigenlijk was het de bedoeling om vanaf daar verder te rijden naar Swaziland en Mozambique, maar we zouden eerst Vincent en Ellen nog treffen bij Ronald. Maar Vincent en Ellen hebben net een paar dagen met hun Mercedes Atego vastgezeten in diepe modder in de Caprivi, en zitten dus nog maar halverwege Botswana. We gaan dus maar met de motor naar Chris en Lounie, om daarna weer terug te keren naar Ronald en Adele. Dat is toch zo’n 320km v.v.

We zijn nog maar goed en wel 50 kilometer op pad, of de motor scheidt er mee uit, hij doet niets meer. In de bijna 18 jaar dat Jan de motor heeft is dat nog nooit gebeurd. Het blijkt een elektrisch probleem. Zowel de spanningsregelaar als de ontstekingsunit stinken van doorbranding, en de zekering springt er telkens uit. Waarschijnlijk is de spanningsregelaar doorgebrand en heeft deze een te hoog voltage doorgegeven aan de ontstekingsunit, waardoor deze ook is doorgebrand. Hoe dan ook, het is niet ter plekke te repareren. En daar staan we dan langs een drukke snelweg. Maar niet voor lang. Er stopt een bakkie. Het is ene Hendrik, zelf vrachtwagenchauffeur en hij weet hoe het is om met pech langs de kant te staan. Hij biedt aan om de motor achterop het bakkie te zetten en ons mee te nemen tot Heidelberg, waar hij woont. Vandaar kunnen we misschien Chris opbellen om ons op te pikken, of misschien een BMW dealer vinden. Als hij de naam van Chris zijn bedrijf hoort, Clotan Steel, dan zegt hij het wel te kennen, en wil hij ons daar afzetten. Erg aardig, het is best een heel stuk verder.


Eens kijken wat er met de BMW aan de hand is.

 


Ingang van het kantoorgebouw van Clotan Steel.

Als we bij Clotan aankomen regelt Chris iemand die onze motor aflaadt en wegduwt. Wij bedanken Hendrik en betalen hem 300,- rand voor de moeite en de extra diesel, en gaan met Chris mee het hoofdgebouw in. Chris belt direct met zijn BMW dealer in Boksburg zodat we daar morgen de motor kunnen laten repareren. Een chauffeur zal de motor er heen brengen.

Chris en Lounie hebben de afgelopen dertig jaar hard gewerkt en goed geboerd. Hun bedrijf, dat allerlei plaatstalen walsprodukten maakt, met name gegalvaniseerde golfplaat, staat op een enorme lap grond van 44 hectare. Het grootste deel is voor uitbreiding in de toekomst, maar er staan nu al twee enorme hallen waar de walsstraten zich in bevinden. Chris geeft ons een rondleiding door er door te rijden met zijn luxe Lexus 4x4.

Vlak naast Clotan zit Arcelor Mittal, één van ’s werelds grootste staalproducenten. Vanaf daar komen de meeste coils, rollen plaatstaal van zo’n 30 ton, die over lengten in vorm worden gewalst en gesneden. Een mooi, schoon en overzichtelijk bedrijf. Het hoofdkantoor is erg groot, en door Lounie ontworpen. Erg ruim opgezet, met grote glaspartijen en overal Afrikaanse accenten. Binnen staat en deel van Chris zijn oude motorfietsen collectie, verspreid over twee verdiepingen. Het bevat een aantal Italiaanse motoren uit de jaren 40 en 50, maar ook youngtimers, zoals de dikke 6 cilinder Kawasaki Z1300. Allemaal in nieuwstaat. Grappig gezicht, een secretaresse aan een bureau aan het werk, met pal naast haar een glimmende motor. We maken nog kennis met Chris’ zoon Hertzog en schoonzoon Dewald. Van onze leeftijd en hebben nu samen de leiding over het bedrijf. Hertzog heeft nog een jaar een masterstudie gedaan aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam.

 

We rijden met Chris mee naar zijn huis aan de Vaalrivier. Enorm wat een landgoed. De tuinen zijn als een park aangelegd, het is net Kirstenbosch. Het huis is enorm groot, zelfs met een lift naar de 1e verdieping. En alles is even chique. Zelfs de garages zijn mooi betegeld met witte plavuizen. In de hoofdgarage staat Jan wel een beetje te kwijlen. Hun 4x4 MAN camper staat er in, er naast een Landcruiser met camperunit, ervoor een Ferrari FF. Een mooie verzameling motoren, waaronder twee splinternieuwe superbikes, een Ducati en een BMW. In de garage ernaast o.a. Lounies gele Porsche 911 Turbo 4, wat een kanon.

In het bootshuis aan het water hangt in een lift een mooie speedboot met een Mercruiser 6 liter V8 inboard motor. Tjonge, dit is weer een heel ander Afrika.

Wij mogen deze dagen logeren in het inpandige gastenverblijf.

De kokkin heeft heerlijk gekookt, en de buren, Johan en Lynn komen ’s avonds ook mee-eten. Zij zijn ook bezig met het bouwen van een 4x4 camper op basis van een MAN TGM 18-280. Ze kwamen speciaal langs om onze Daf te bekijken, maar helaas, die staat nog in Kameelfontein. Als we dit hadden geweten waren we zeker met de Daf gegaan. Johan wist nog wel te vertellen dat vlak om de hoek iemand in 2e hands BMW motoren  en onderdelen handelt. Via zijn dochter weten we het telefoonnummer van die man te achterhalen, en hij heeft nog wel een complete elektrische installatie van ons model liggen. Dan hoeft die motor in ieder geval niet helemaal naar Boksburg de volgende dag, waar er dure nieuwe onderdelen in worden gezet.


Bij Chris en Lounie thuis.

 


Kijkje in de garage aan huis bij Chris.

Het blijkt de volgende dag inderdaad de spanningsregelaar en de ontstekingsunit te zijn. Een kwestie van zo even omsteken, stelt niets voor. Toch kunnen we pas tegen de middag de motor weer ophalen, en wil de man voor de 2e hands onderdelen maar liefst 4.000 rand hebben. De motor is mooi schoongemaakt, maar daar hadden we niet om gevraagd. Iets te schoon zelfs, de man heeft een agressief goedje gebruikt dat de anodisatielaag op de aluminium voorvorkpoten helemaal dof doet uitslaan. We weten met moeite het bedrag naar 3.400 rand te krijgen en rijden terug naar Chris’ huis. We zouden nog een tochtje met de boot over de Vaalrivier maken, maar helaas, donkere wolken pakken samen en het begint te regenen. Wel gaan we nog even kijken bij het project van buurman Johan. De MAN is nog helemaal kaal, alleen het antitorsiesysteem zit nog maar op het chassis. Hij heeft nog veel te doen dus. Regelmatig loopt hij met een meetlatje en schrijfgerei bij Chris in de garage, hij kopieert zijn wagen volledig.

We bekijken nog het huis dat Hertzog pas gekocht heeft. Het is een karakterisitiek koloniaal pand, het voormalige woonhuis van de stichter van de stad Dr. Van der Bijl. Daarna rijden we nog even langs het huis in aanbouw van zijn dochter. Ook al een erg groot huis, in een moderne kunstzinnige stijl.

De volgende dag moet Chris eerst bij een vergadering aanwezig zijn, en Lounie moet thuis babysitten op hun 1-jarige kleindochter. We krijgen een heerlijk uitgebreid ontbijt voorgeschoteld van de kokkin, en wandelen dan wat door de tuin, en kijken wat fotoalbums door van hun reizen en hun eerdere sportwagens. Ze hebben ook nog een enorm huis aan de kust, bij George. Chris is bezig om voor daar ook een Ferrari te kopen. Ergens in midden Zuid Afrika hebben ze nog een grote plaas (boerderij) van 20.000 hectare, waar ze Ngouni-runderen fokken.

 

Als Chris terug is van de vergadering neemt hij ons mee in zijn Ferrari FF. Dit is een vierwiel aangedreven vierzitter (vandaar de FF, four, four) met een 720 pk sterke V12 motor, voorin geplaatst. Het ding is met tal van extra’s uitgerust, zoals keramische remmen. De kleuren en materialen van het interieur is door Lounie uitgekozen en ontworpen.

Wat een sensatie om in mee te rijden. In drie tellen zit het ding op 100 kilometer per uur, alsof je afgeschoten wordt. De gerobotiseerde formule 1 bak voel je niet schakelen. We rijden op een 80 km/u landweggetje, maar in no time staat er 260 km/u op de klok. De topsnelheid is 320 km/u, maar dat halen we op dit weggetje niet. Het geluid is onbeschrijfelijk, die hoge gil. Chris rijdt met onverminderde vaart recht op een t-splitsing af. Even vragen we ons af of hij wel ziet dat de splitsing nadert. Dan drukt hij vol de remmen in. Net zo snel staat het ding weer stil, ongelooflijk. De gordels trekken ons keurig vast.

Als we terugkomen bij zijn huis heeft zijn personeel (er loopt standaard een man of tien) de MAN camper buitengezet om schoon te maken. Op zijn oprijlaan trapt Chris het gas van de Ferrari flink in, we stuiven met 160km/u recht op de MAN af. Een man van het personeel staat ervoor en kijkt met grote ogen van schrik. Dan trapt Chris weer vol de rem in, en staat de FF ruim voor de MAN en de man weer stil. In de garage trap hij nog een paar keer flink op het gas. Dat reageert zo snel, de wagen zit direct als een aan-uit schakelaar op zijn hoogste toerental. Van het geluid lopen de rillingen over je rug en gaat je hart sneller slaan. Geweldig!


Ferrari FF van Chris.

 


De hondjes zijn gek op de boot. Ze hebben uren over de rand zitten loeren.

In de namiddag maken we een mooie boottocht over de Vaalrivier. De drie hondjes Didi, Eddie en Muffin gaan ook mee. Die vinden het ook geweldig. Ze staan rechtop voor tegen de boeg. We varen langs allerlei kasten van huizen die hier aan het water liggen, o.a. die van de beroemde schrijver Wilbur Smith. Als er een helicopter laag overvliegt merkt Chris op dat de buurman ook vroeg terug is van zijn werk. Chris zelf heeft achter zijn enorme stuk grond nog een groot plot gekocht waar hij een airstrip en een hangar wil bouwen. Hij heeft eerder vliegtuigen gehad, maar deze verkocht. Zijn zoon Hertzog krijgt nu interesse, en dat wakkert bij Chris ook weer wat aan. Hertzog heeft samen met twee vrienden een oude rode dubbeldekker uit 1938, a la “The Red Baron”.

We varen tot aan een grote dam, keren dan en slaan een zijrivier in. Dat is een rustgebied voor vogels. We varen er rustig een eindje in, zetten de motor af. We drinken een koud drankje en genieten van de rust en de natuur.

Tegen schemer varen we terug, en laat Chris de V8 6-liter nog even flink uit. Met 80 km/u scheren we over het gladde water. De hondjes duiken nu achterin onder de bank...

Thuis aangekomen wordt de braai aangestoken en eten we weer heerlijk. Makkelijk ook als je personeel hebt die de braai weer schoon maakt.

Na weer een uitgebreid ontbijt nemen we afscheid van Chris en Lounie. We zijn nog maar goed en wel de oprijlaan af of de motor stopt er weer mee. Shit, hadden we nu toch maar eerst een goede proefrit gemaakt. Het blijkt echter dat het benzinekraantje gewoon dicht stond, dus we zijn zo weer op pad. Onderweg op de snelweg houdt het ding er weer mee op. Wat nu? Benzine op. Vergeten de teller op nul te zetten bij het tanken. Op de reserve halen we nog wel het volgende tankstation. Vanaf dan geen problemen meer.

Chris and Lounie, thank you so much for inviting us, we had some wonderful days!

We rijden eerst naar Bobo campers in Johannesburg. Daar staan Vincent en Ellen al twee dagen. Ze zouden daar wat klusjes laten doen aan hun camper, o.a. het inbouwen van een goede verwarming. Maar de eerste nacht dat ze er stonden onweerde het flink, en sloeg de bliksem in op de afleider van het kantoor en opslaggebouw van Bobo. De enorm hoge stroomschok ging via de afleider naar een kastje in het kantoor, en even later sloegen de vlammen uit het dak, dat geheel van riet is. Vincent heeft snel hun Atego, met de pannen nog op het gasstel verplaatst, want ze stonden vlak naast het brandende kantoor.

Daarna heeft hij de eigenaar gewaarschuwd en is gaan helpen blussen. Maar dat had al totaal geen zin meer, het pand is volledig afgebrand. En daarmee ook de spullen die in hun camper gebouwd zouden worden. Als wij er aankomen met de motor, smeult de boel nog. Een noodkantoor is ondergebracht in de werkplaats. Bobo heeft aangeboden dat het inbouwen van de verwarming in hun vestiging in Kaapstad kan gebeuren. Maar dat is nogal een eind uit de buurt van Johannesburg.

We overleggen even en Jan biedt aan om een Webasto verwarming in te bouwen op de plot bij Ronald. Helaas hebben we voor de andere dingen niet veel tijd, Jan’s visum loopt binnen een maand al weer af, en we willen nog wat dingen in Zuid Afrika bekijken voor we Mozambique ingaan.


Kantoorpand van Bobo geheel afgebrand.

 


Het lijkt wel een overlanders campsite.

En zo staan we met z’n allen nog een weekje bij Ronald en Adele. Ook Wil en Gerard komen net weer terug van hun drie weekse reis. Het lijkt zo net een echte overlanders camping met drie trucks, en ook nog Ronalds eigen truck op het plot. Het is een gezellige bende. Overdag wordt er gesleuteld. Ronald doet klussen aan de MAN van Gerard en Wil, en Jan en Vincent zijn druk met het inbouwen van de verwarming in de Atego. Ook Ververst Jan nog de olie van de DAF. Dat moet wel even voorzichtig gebeuren. De vorige keer vlak voordat ze wegreden had Gerard ook even de olie ververst van de MAN. Daarbij was er al wat gemorst, maar toen de MAN bij het afscheid nemen ’s morgens 5 minuten stationair stond te draaien, gooide hij alle vijftien liter olie er weer uit. Gelukkig zag Gerard het op tijd anders had zijn hele motor in soep kunnen draaien. Maar wel een mooi oliebad op het gras.

Een dag later parkeert Ronald zijn Golf op het gras, en blijkt hij zijn carterpan lek te hebben gereden. Ook alle olie op het gras.

Het is die week een gezellig bende. De mannen aan het sleutelen, de dames naar het shoppingcentre en wandelen. ’s Avonds gezamenlijk een maaltijd bereiden, waarbij Vincent steeds het meeste werk voor zijn rekening nam. Met zijn ervaring als reisleider is hij er erg handig in en maakt de heerlijkste braai en potjiekos. ’s Avonds op de stoep aan de lange tafel met 8 man leek het wel een professionele lodge.

 

We zijn ook nog een avond met zijn allen uit eten geweest bij de buren. De buren, voormalige Duitsers, runnen een bar/restaurant met typische Duitse gerechten. Het was een gezellige avond en hoewel we dachten dat het een echte zuipkeet was, smaakte het eten boven verwachting goed. Hilarisch was vooral de nieuwe ober, het was zijn eerste avond. Op het eerste ogenblik leek hij dronken of stoned, en misschien was het wel dat laatste.

Hij klungelde met alles, serveerde met zulke bibberende handen dat de borden rammelden en de wijn er gewoon over ging. Vergat de bestellingen en haalde dingen doorelkaar. Hij verschuldigde zich dat hij lasogen had. Hij had die middag zonder bril staan lassen. We kwamen niet meer bij van het lachen, en even keken we goed rond of we hier niet in een Zuid Afrikaanse versie van Bananasplit terecht waren gekomen. We denken niet dat de jongen nog een lange carrière als kelner tegemoet gaat, in ieder geval niet daar.

Op de laatste avond samen krijgen we van Adele allemaal een mooi persoonlijk afscheidskado. Ieders krijgt een mooie grote koffiemok met allemaal mooie foto’s van Lisa en hun eigen vrachtwagen erbij op. Bij ons staat er op geschreven: “Ek is baie lief vir julle, en gaan baie naar julle verlang! Knuffel van Lisa.” Met een paar hondenpoot afdrukjes. Zo ontzettend lief van Adele.


Lisa zit er maar wat graag bij.

 

Ronald, Adele en Lisa, nogmaals heel erg bedankt voor jullie enorme gastvrijheid!

 


Pas in de buurt van de Drakensbergen wordt het landschap weer een stuk mooier.

ZATERDAG 1 MAART 2014, afscheid
We vertrekken ’s morgens redelijk bijtijds richting Kwazulu Natal. We nemen afscheid van Ronald, Adele en natuurlijk Lisa. Het is nogal een emotioneel gebeuren, maar we hebben ook best lange tijd met elkaar opgetrokken, en zien elkaar waarschijnlijk nooit meer weer. Zo gaat dat als je rondreist. Je doet goede vriendschappen op, maar moet ook spoedig weer afscheid nemen. Ook van Ellen en Vincent, maar hen zien we waarschijnlijk later nog weer ergens in Natal. Wil en Gerard zijn vrijdagochtend al vertrokken.

We rijden in één ruk door naar het Royal Natal National Park in de Drakensbergen, bijna 500 kilometer verderop. Tussenin ligt toch vooral een saai landschap met veel snelwegen en industrie.

We hebben veel regen onderweg en zien nog de restanten van een flink ongeluk. Het is net gebeurd. Hulpdiensten zijn er al wel bij, maar we zien nog een dode onafgedekt op straat liggen. Bah.

Vlakbij het nationaalpark vinden we een redelijk goed bushcampplekje. Rustig en met uitzicht over de hele vallei.

 

Gelukkig is het de volgende morgen droog, en maken we een prachtige wandeling in het park. In totaal veertien kilometer, we doen er zo’n zes uur over. Het eindigt in wat ze noemen “The gorge”, een rotsspleet waar een deel van de rivier die we grotendeels gevolgd hebben in verdwijnt. Het is er schitterend, en geeft uitzicht op het “Amphitheater”, een hoge steile halfronde rotswand, en de Tuguala falls, die vanuit Leshoto over de rand komt vallen op 2972 meter hoogte. Het is een smalle waterval die in vijf trappen naar beneden komt. Een erg mooie wandeling met schitterende uitzichten over groene bergen en diepe dalen.

We willen die komende dagen nog meer wandelen op andere plekken in de Drakensbergen, maar helaas regent het veel.  Zo brengen we twee volle dagen door op een bushcamplekje in een eucalyptus produktiebos. Binnen wat filmpjes sorteren en aan de website werken. Buiten regent het pijpestelen. Als het eindelijk een beetje droog is rijden we verder. Het pad is glibberig en gaat heuvel op heuvel af. De klei dekt volledig het profiel van de banden af. Op een gegeven moment hebben ze over een kilometers lang stuk op de helft van de weg zand en gravel gestort in hoge bulten. Nu word het nog lastiger om verder te rijden, want we kunnen niet meer op het hoge midden blijven rijden, maar scheef op de helling van de weg. Op een gegeven moment glijden we zijwaarts de greppel naast de weg in. Voor ons zien we het modderige pad verder omhoog, geheel omgeploegd door voertuigen die hier met veel worstelen hebben geprobeerd omhoog te komen. Zo hebben we er geen zin in, dit wordt ondoenlijk.


Drakensberg range.

 


We zien het niet zitten om hier tegen op te moeten kleien.

Voorzichtig draaien we om nadat de Daf zich uit de greppel geploegd heeft. We willen een stukje terug rijden naar een rotsplateau om daar te wachten tot de weg is opgedroogd. Het is slechts een paar honderd meter terug, maar we glijden weer tot twee keer toe in de greppel. Hier gaat dat nog, maar iets verder is de greppel veel te diep, en ernaast een afgrond. Dat duurt weer een dag, dus we overnachten daar op dat rotsplateau, waarvandaan we een prachtig uitzicht hebben over het groene dal. Een herder te paard komt voorbij en zegt dat we hier veilig staan, het is een rustige omgeving. Mooi meegenomen dus.

De volgende dag lopen we eerst een stuk het pad af. De berg op is nog steeds een glibberige kleiboel. We besluiten maar om te draaien. Dat gedeelte ziet er al weer veel beter uit. We hebben op de kaart gezien dat er zo’n twintig kilometer terug nog een ander pad in de richting gaat die we willen. We nemen dit pad, maar ook deze is afwisselend goed, en dan weer flink glibberig. Er zitten nog twee linke stukjes in. Eerst over een niet al te brede dam. Aan de ene kant water, aan de andere kant afgrond. We glibberen er heel langzaam over. Bijna op het eind, vlak voor een betere gravelweg, moeten we nog over een smal en glibberig bruggetje. Qua gewicht kan die het hebben, want aan de sporen te zien is er pas nog een grader over geweest. Maar het is maar iets breder dan de Daf, en een en al glibberklei. Ook dit gaat gelukkig goed en we zitten weer op steviger ondergrond. In de regen kun je in KwazuluNatal beter dus niet van de hoofdpaden afgaan. Weten we dat ook weer.

 

Iets later komen we weer op asfalt. Het wordt gelijk een stuk minder mooi. Zover je kunt kijken zie je verspreid in het hele dal golfplaat hutjes en rotzooi. We rijden tot Giants Castle, en tot vlak daarvoor blijft het bezaaid met hutjes. De laatste kilometers zijn weer onbebouwd, en daar zetten we de wagen op een breder stuk langs de weg voor de nacht.

 

Zuid Afrika deel 9